Biodanzalogie

Hier vind je regelmatig berichten over Biodanza; de theorie, de praktijk, de vertaling naar het dagelijks leven, de effecten, poezie en meer....

maandag 27 april 2020

Over affectie en vrijgevigheid



Dit is een sprookje dat ik ooit vrij vertaalde voor mijn afstuderen aan de Biodanza opleiding. In Deze knuffelarme Corona tijden, moet ik steeds aan dit sprookje denken....


Een donzig sprookje



Een beetje vrij vertaald naar: The Original Warm Fuzzy Tale. Claude Steiner. Uitg. B.L. Winch & associates / Jalmar Press & "Op dood Spoor", Claude M. Steiner, Uitg. Bert Bakker.  Oorspronkelijke titel "Scripts people live", Grove press, Inc.,New York.

Er waren eens, een hele tijd geleden, twee mensen die heel gelukkig leefden. Ze heetten Tim en Maggie en hadden twee kinderen, John en Lucy. Om te begrijpen hoe gelukkig ze waren, moet je weten hoe het leven toen was. In die dagen kreeg iedereen na zijn geboorte een klein, zacht Donstasje. Iedere keer dat iemand zijn hand in dat tasje stak, kon hij er een Warm Donsje uithalen.

Warme Donsjes waren erg in trek, want steeds wanneer iemand een Warm Donsje kreeg, voelde hij zich helemaal lekker warm en donzig. Mensen die niet regelmatig Warme Donsjes kregen, liepen het gevaar een ziekte in hun rug te krijgen die verschrompeling en sterven veroorzaakte.

In die dagen was het erg gemakkelijk Warme Donsjes te krijgen. Iedere keer dat iemand er zin in had, kon hij naar je toe komen en zeggen: 'Ik wil graag een Warm Donsje'. Je stak dan je hand in je tasje en haalde er een Donsje uit ter grootte van een meisjeshandje. Zodra het donsje het daglicht zag, glimlachte het en groeide het uit tot een groot, zachtharig, Warm Donsje. Je legde het dan op iemands schouder, hoofd of schoot. Het rolde zich dan knus op, smolt zo iemands huid in en maakte dat de ander zich helemaal lekker voelde. Mensen vroegen elkaar vaak om Warme Donsjes en aangezien iedereen ze altijd vrijelijk uitdeelde, was het nooit moeilijk om er voldoende van te krijgen. Er waren er altijd een heleboel en dus was iedereen gelukkig en voelde zich meestentijds warm en donzig.



Op een dag werd een heks die akelig slecht was erg boos, omdat iedereen zo gelukkig was en niemand haar drankjes en zalfjes kocht. De heks was erg slim en bedacht een gemeen plannetje. Op een mooie morgen sloop de heks naar Tim, terwijl Maggie met haar dochter aan het spelen was. Ze fluisterde in z’n oor: 'Kijk eens Tim naar alle Donsjes die Maggie aan Lucy geeft. Weet je wel , dat als ze daar mee doorgaat, er tenslotte niets meer overblijft en dat er dan dus niets meer voor jou zal zijn?'

Tim stond paf. Hij draaide zich om naar de heks en zei: 'Bedoel je dat er in ons tasje niet elke keer als we onze hand erin steken een Warm Donsje is?' De heks zei: 'Nee, zeer zeker niet, en als je eenmaal niets meer hebt, dan is het over. Dan heb je nooit meer iets.' Met deze woorden vloog de heks op haar bezemsteel weg, terwijl ze de hele vlucht gemeen en kakelend lachte.

Tim knoopte dit in zijn oren en begon steeds meer op te letten wanneer Maggie een Warm Donsje aan iemand anders gaf. Tenslotte werd hij bezorgd en kreeg het te kwaad, omdat hij erg hield van de Warme Donsjes van Maggie en ze niet wilde missen. Hij wist zeker dat het niet juist was van Maggie, om al haar Warme Donsjes aan de kinderen en aan andere mensen te geven. Hij begon iedere keer, dat Maggie een Warm Donsje aan iemand anders gaf, te klagen. En omdat Maggie hem erg aardig vond, hield ze op om zo vaak Warme Donsjes aan anderen te geven en reserveerde ze deze voor hem alleen.



De kinderen zagen dit en al spoedig kregen ze het idee dat het verkeerd was Warme Donsjes weg te geven iedere keer dat erom gevraagd werd of gewoon als je er zin in had. Ook zij werden erg voorzichtig. Ze hielden hun ouders nauwlettend in de gaten en steeds wanneer ze voelden dat één van hun ouders teveel Donsjes weggaf, begonnen ook zij bezwaren te maken. Ze werden ook bezorgd wanneer ze zelf teveel Warme Donsjes weggaven. Ofschoon ze iedere keer dat ze in hun tasje grepen een Warm Donsje vonden, pakten ze er steeds minder en raakten ze meer en meer geprikkeld.

Al snel begonnen mensen het gebrek aan Warme Donsjes op te merken en begonnen ze zich minder warm en donzig te voelen. Ze begonnen op te drogen en soms stierven mensen zelfs door een gebrek aan Warme Donsjes. Steeds meer mensen gingen naar de heks om drankjes en zalfjes te kopen, ook al bleken ze niet te werken.

De situatie begon nu echt ernstig te worden. De slechte heks die dit allemaal had zitten aankijken, wilde niet écht dat de mensen doodgingen (omdat dode mensen geen zalfjes en drankjes konden kopen), dus bedacht ze een nieuw plan. Iedereen kreeg een tasje dat erg leek op het Donstasje, behalve dan dat dit tasje koud was, terwijl het Donstasje warm was. In dit tasje van de heks, zaten Koude Stekels. Deze Koude Stekels lieten mensen zich niet warm en donzig voelen, maar in plaats daarvan koud en stekelig. Ze voorkwamen wel dat de rug van mensen verschrompelde. Vanaf dat moment ging het zo: steeds als iemand zei: 'Ik wil graag een Warm Donsje' antwoordden de mensen die bezorgd waren om hun voorraad uit te putten, 'Ik kan je geen Warm Donsje geven, maar heb je zin in een Koude Stekel?' Soms liepen twee mensen naar elkaar toe en dachten een Warm Donsje te krijgen, maar één van de twee veranderde dan van gedachten en ze gaven elkaar dan een Koude Stekel. Het eind van het liedje was dit; hoewel er maar weinig mensen stierven, waren heel wat mensen ongelukkig en voelde velen zich koud en stekelig.



De situatie werd erg ingewikkeld, omdat er sinds de komst van de heks, steeds minder Warme Donsjes in omloop waren. Warme Donsjes, waarvan men dacht dat ze van de lucht waren, werden uiterst waardevol. Het gevolg hiervan was dat mensen allerlei dingen deden om ze tóch te krijgen. Voordat de heks was verschenen, kwamen mensen in groepjes van drie of vier bij elkaar, terwijl ze zich nooit zorgen maakten wie Warme Donsjes gaf aan wie. Na de komst van de heks begonnen mensen zich in paren af te zonderen om al hun Warme Donsjes uitsluitend voor elkaar te reserveren. Mensen die dat vergaten en een Warm Donsje aan iemand anders gaven, voelden zich daar onmiddellijk schuldig over, omdat ze wisten dat hun partner boos zou zijn over het verlies van een Warm Donsje. Mensen die geen partner konden vinden, moesten Warme Donsjes kopen en werkten lange dagen om het geld daarvoor te verdienen.

Sommige mensen werden op de één of andere manier 'populair' en kregen een heleboel Warme Donsjes zonder dat ze deze hoefden terug te geven. Deze mensen verkochten die Warme Donsjes dan aan mensen die 'niet populair' waren en deze nodig hadden om voort te bestaan. Wat verder gebeurde was, dat sommige mensen Koude Stekels namen - die onbeperkt en vrij beschikbaar waren - deze wit schilderden en bekleedden en ze dan doorgaven als Warme Donsjes. Deze namaak Warme Donsjes waren eigenlijk Plastic Donsjes, en ze veroorzaakten dan ook bijkomende moeilijkheden. Twee mensen kwamen bijvoorbeeld bij elkaar en wisselden vrij Plastic Donsjes uit, waarvan ze aannamen dat ze goed voelden, maar het gevolg was dat ze zich slecht voelden. Omdat ze dachten dat ze Warme Donsjes hadden uitgewisseld, raakten ze hierover zeer in de war, terwijl ze zich nooit realiseerden dat hun koude stekelige gevoelens in werkelijkheid het gevolg waren van het feit dat ze een heleboel Plastic Donsjes hadden gekregen. De situatie was dus zeer, zeer triest en het was allemaal begonnen met de komst van de heks die de mensen deed geloven dat ze op een dag, waarop ze dat het minst verwachtten, in hun tasje zouden grijpen en er geen Warme Donsjes meer in zouden vinden.



Niet zo lang geleden kwam een prachtige, stralende en krachtige vrouw met mooie heupen en een heerlijke glimlach naar dit ongelukkige land. Ze scheen niet van de slechte heks gehoord te hebben en was niet bezorgd dat de Warme Donsjes zouden opraken. Ze gaf ze vrijelijk weg, zelfs als er haar niet om gevraagd werd. Men noemden haar de Heup-Vrouw (noot v.d. vert.: in het Engels slaat Hip Woman, als woordspeling op de Hippiebeweging) en men keurden haar gedrag af, omdat ze de kinderen het idee gaf dat ze zich geen zorgen hoefden te maken, dat de Warme Donsjes ooit op zouden raken. De kinderen hielden erg veel van haar, omdat ze zich in haar omgeving lekker voelden en ze begonnen Warme Donsjes weg te geven wanneer ze er maar zin in hadden.



De volwassenen werden bezorgd en besloten een wet te maken om de kinderen tegen het uitputten van hun voorraad Warme Donsjes te beschermen. De wet bepaalde dat het een misdaad was om roekeloos, zonder vergunning, Warme Donsjes weg te geven. Maar veel kinderen schenen er niets om te geven; en ondanks de wet bleven ze elkaar Warme Donsjes geven wanneer ze er maar zin in hadden, en altijd als hen erom gevraagd werd. Omdat er veel, erg veel kinderen waren, bijna net zoveel als volwassenen, begon het erop te lijken dat ze hun zin zouden krijgen.

Op dit moment is het moeilijk te zeggen wat er gaat gebeuren. Zullen de volwassen krachten van orde en gezag de zorgeloosheid van de kinderen stoppen? Gaan de volwassenen en de kinderen mee met de Heup-Vrouw in het vertrouwen dat er altijd genoeg Warme Donsjes zullen zijn? Zullen Tim en Maggie, als ze zich herinneren hoe gelukkig ze waren toen er overvloed was aan Warme donsjes, deze weer vrijelijk weggeven?



Deze strijd heeft zich inmiddels over het hele land verspreid en is waarschijnlijk ook gaande bij jou in de buurt. Mocht je het willen, en dat hoop ik zeer, dan kun je meedoen door vrijelijk om Warme Donsjes te vragen en ze ook vrijelijk uit te delen, en ook, door zo liefhebbend en gezond te zijn als je maar kunt.



Een beetje vrij vertaald naar: The Original Warm Fuzzy Tale. Claude Steiner. Uitg. B.L. Winch & associates / Jalmar Press & "Op dood Spoor", Claude M. Steiner, Uitg. Bert Bakker.  Oorspronkelijke titel "Scripts people live", Grove press, Inc.,New York.

Biodanza heeft een kracht net als de Heup-Vrouw in dit verhaal. Biodanza brengt ons terug bij het vertrouwen in liefde, het leert ons vrij en affectief te zijn en ‘t leven te vieren.  www.saskiadebruin.nl