Het is de vraag
Soms vraag ik me af waarom ik Biodanza docent ben geworden. Als kind in een gebroken gezin, nam ik de rol van trooster, susser, steuner en toeverlaat op me. De affectieve wonden die de leden van ons gezin hadden (en die gewoon heel veel mensen hebben) probeerde ik te koesteren en te helen. En nu is het mijn beroep geworden. Biodanza is een affectieve heropvoeding. Soms vraag ik me af of dat eigenlijk wel een goed idee is voor mij?
Ben ik juist goed geworden in Biodanza vanwege mijn geschiedenis, of ben ik mijn oude overlevingsgedrag aan het perfectioneren? Ik weet het eerlijk gezegd niet. Ik ga er eens een tijd op broeden en voelen wat heel diep waar is in mij.
The question is
Sometimes I wonder why I became a Biodanza teacher. As a child of a broken family, I took on me the role of the comforter, cherisher, supporter. I tried to heal the affective wounds that the ones of my family had (and almost everybody has some). And now, I made my profession out of this. Biodanza is an affective re-education. Sometimes I wonder if that is such a good idea for me?
Did I became a good Biodanza teacher because of my history, or am I perfecting with this profession an old survival habit? I really honestly don't know. I am going to think and feel about this for a while. And hopefully find my deepest truth.
SAS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten